B. Leefbaarheid en veiligheid lintbebouwing
De maatregelen die onder dit thema vallen bevorden de leefbaarheid en veiligheid op wegvakken die gekenmerkt worden door lintbebouwing. Grofweg zijn hier twee maatregelen voor: het wegvak inrichten als verblijfsgebied (dus als erftoegangsweg) met een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, áls dit geloofwaardig is doordat het wegvak bijvoorbeeld binnen de bebouwde kom gelegen is. Wanneer het wegvak buiten de bebouwde kom gelegen is, is de maatregel het wegvak in te richten als "lintbebouwingsinrichting". Dat wil zeggen als erftoegangsweg maar met een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur, in tegenstelling tot 60 kilometer per uur wat gebruikelijk is bij een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom. Hierbij zijn goede voetganger- en fietsvoorzienningen een must.
De maatregelen zijn hieronder op kaart weergegeven, waarbij een lijn een wegvak aangeeft en een punt een specifieke locatie. De kaart is daarnaast ook hier in te zien.
Kortetermijnmaatregelen
De kortetermijnmaatregelen die hieronder te zien zijn, bestaan bijna allemaal uit het verbeteren of verplaatsen van poortconstructies. Deze kenmerken zich door de relatief lage kosten en vallen daarmee onder de kortetermijnmaatregelen. Het doel met de poortconstructie is het verbeteren van de herkenbaarheid van de verschillende snelheidsregimes en het attenderen op ander gewenst gedrag.
Op de Almersdorperweg tussen de Westerzeedijk en het Noorderpad kunnen snelheidsremmers (wegversmallingen of plateaus) toegepast worden om de snelheid te verlagen.
Kortetermijnmaatregelen - werk-met-werk
De volgende twee maatregelen bestaan uit werk-met-werkmaatregelen, en zijn beide het verbeteren van de aanwezige snelheidsremmers of het aanleggen van snelheidsremmers. Hiermee wordt de snelheid verlaagd.
(Middel)langetermijnmaatregelen
De twee (middel)langetermijnmaatregelen hieronder behelsen twee wegvakken waarbij deze ingericht kunnen worden als lintbebouwingsinrichting, met een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Deze wegvakken liggen buiten de bebouwde kom maar hebben wel veel bebouwing die ontsluit op deze wegvakken. Door middel van een andere inrichting wordt de weggebruiker geattendeerd op de bebouwing en de verscheidenheid aan te verwachten andere weggebruikers.
